drup, drup, drup...
kas voelt iets in zijn nek.
wat is dat? zweet hij zo veel?
of spuit niek hem nat?
dan kijkt kas omhoog.
o nee... het dak is lek!
Het dak van de school is lek. Bij de stoel van Kas ligt
een plas. Maar wat is dat? Het alarm gaat af! O nee,
ook dat nog ... De klas van Kas gaat de school uit.
Maar waar is Niek?